XIV. Jezus wordt in het graf gelegd

Gebed

V.: Wij aanbidden U, Christus, en wij loven U.
A.: Omdat Gij door uw heilig kruis de wereld hebt verlost.

‘Zijn graf zal heerlijk zijn’. Er is rust. Er is vrede, de de bittere strijd. Mild valt de avond. Maria en Jezus’ vrienden zien nog eenmaal Zijn edel gelaat, vertederd en verheerlijkt in de dood. Langzaam gaan zij. Nog twéé lange nachten. Dan zal Hij opstaan uit dit graf, verrezen, verheerlijkt, goddelijk... Tu Rex gloriae Christe! Christus U bent de Koning der glorie! U hebt ons duur gekocht, maar nu behoren wij U ook voor eeuwig toe. Gezegend zij de heilige en aanbiddelijke Drieëenheid, omdat zij ons door Jezus’ kruisdood barmhartig is geweest. Amen.

V.: Ontferm U over ons, Heer, ontferm U over ons.
A.: God, wees ons, zondaars, genadig.

Onze Vader...
Wees gegroet...
Eer aan de Vader...

Over het beeld

Gift van Mr. Van den Weyngaert. Hoewel Jaak Coomans een 14de kruiswegstatie kon uitwerken, ging de voorkeur naar Louis Jacobin. Het werd een graflegging op maat in een opengewerkte rotsformatie beneden de Sint-Rochuskapel ingewerkt.