Piëta

Bezinning

Maria, het gestorven Lichaam van haar Zoon aan haar hart gedrukt,
heeft in diepe pijn, maar ook in diep geloof en met grote hoop,
samen met ons tot Hem gesproken.

Jezus, mijn Zoon, mijn Liefde.

Laat me horen of je hart nog klopt uit liefde voor je Vader, uit liefde voor de mens.
Of weergalmt enkel nog het kloppen van de spijkerslagen?

Laat me voelen of je lichaam nog warm is om liefde te geven aan deze wereld.
Of hebben ze je leven zomaar in de koude dood geduwd?

Laat me weten of je ogen nog zien de hunker in onze ogen.
Of staan ze nog oog in oog met de verstarde blik van de verrader?

Laat me weten of je oren nog horen het schreien van elk verloren kind.
Of klinkt enkel nog de kruisigende schreeuw van de harde macht?

Laat me weten of je mond nog woorden heeft om vrij te spreken van elk kwaad.
Of blijf je voor altijd zwijgen, monddood gemaakt?

Laat me weten of je voeten nog kunnen gaan, de Weg vóór ons uit.
Of zijn ze zo doorwond dat ze zelfs het zachtste zand, waarin je schreef, niet meer verdragen?

Laat me weten of je armen de kinderen nog zullen omhelzen en de zieken weer oprichten.
Of zijn ze zo verstrengeld in de omhelzing van het Kruis?

Laat me weten of je handen nog kunnen geven, gebroken en gedeeld, het Brood voor iedere dag.
Of zijn ze zo gebonden, van alle Vrijheid beroofd?

Laat me weten of je nog leeft, mijn Zoon,
dan kan ik het je vrienden vertellen opdat ook zij leven.

Toen heeft Hij tot haar hart gesproken:
Vrouw, Ik ben de Levende.
Neem mij aan.

Zr. Lutgardis De Jonghe, ocso